Adem en stem


Adem


Gemiddeld ademen we 12 keer per minuut en zo gebruiken we ongeveer 8000 liter lucht per etmaal. Uit de lucht halen we zuurstof en we ademen kooldioxide uit.

Om te ademen gebruiken we de volgende lichaamsdelen: de borstkas, de luchtpijp, de longen en de adem- en buikspieren.
Wanneer we niet goed ademen kunnen de volgende problemen ontstaan:

 

1. Verkeerde spreekadem

 

 

Er wordt dan verkeerd geademd bij het spreken waardoor mensen "achter de adem raken". Dat betekent dat er langer gesproken wordt dan dat er lucht voor is. Meestal volgt daarna een gespannen en hoorbare manier van inademen om weer voldoende lucht te krijgen. De logopedist leert een goede spreekadem aan, waardoor er beter geademd wordt tijdens het spreken.

 

2. Hyperventilatie

 

 

Bij hyperventilatie wordt er te snel en te oppervlakkig geademd. Hierdoor bevat het bloed te veel zuurstof en te weinig kooldioxide. Verschijnselen van hyperventilatie zijn: duizeligheid, tintelingen in de armen en handen, zweten, hartkloppingen, drukkend gevoel op de borst en ademnood. De logopedist leert een goede manier van ademen aan, vaak in combinatie met ontspanningsoefeningen.

 

 3. Stemproblemen 

 

Om de stem in goede conditie te houden is het belangrijk dat een goede manier van ademen wordt gebruikt. De adem en de stem zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Wanneer er een gespannen of afwijkende manier van ademen voorkomt, heeft dit vaak gevolgen voor de stem. De stem kan daardoor minder goed functioneren en er ontstaan stemklachten. Bijvoorbeeld: snel vermoeide stem, een dik gevoel bij de stem, heesheidsklachten. De logopedist leert een goede adem aan in combinatie met stemoefeningen.

 

4. Longproblemen 

 

Bij langdurige aandoeningen van de luchtwegen, zoals astma, bronchitis en longemfyseem leert de logopedist een goede manier van ademen aan, vaak in combinatie met ontspanningsoefeningen.


Stem


Wanneer de gedachten zijn omgezet in taal, geven de hersenen een seintje aan de stembanden en de spraakspieren, zodat je kunt spreken. Voor een goed stemgeluid komt veel kijken, o.a.

  • houding en adem zijn belangrijk. De logopedist kan helpen bij allerhande stoornissen die invloed uitoefenen op stem of spraak , zoals mondademen, hyperventilatie, “hoge” ademhaling.
  • de stembanden moeten goed functioneren. Door te veel of te weinig spanning in de stemgeving kan stemgebruik zich verkeerd ontwikkelen.

Soms ontstaan door verkeerd stemgebruik knobbeltjes of poliepen op de stembanden, of raken de stembanden geïrriteerd. De stem klinkt dan hees.
Na een operatie of infectieziekte kan een stembandverlamming optreden. De logopedist probeert dan door oefeningen de resterende stemmogelijkheden te optimaliseren.
Na laryngectomie (= operatief verwijderen van het strottenhoofd) kan de logopedist helpen alternatieve spraakmogelijkheden te zoeken en aan te leren (bijv. slokdarmspraak).


Voor alle mensen met stemklachten geldt dat het belangrijk is om "stemhygiëne" in acht te nemen. Hieronder verstaan we:

  • Stoppen met roken!
  • Verminderen of afleren van keelschrapen of kuchen.
  • Niet fluisteren (verhoogt de druk onder de stembanden).
  • Verminderen van schreeuwen en gillen.
  • Verminderen van (eventueel overdreven) alcoholgebruik.
  • Keel vochtig houden door veel water te drinken.
  • Stress en spanning proberen te verminderen.

Bron: NVLF